Injectietarief zorgt voor grote prijsverschillen op de energiefactuur

- 12.04.2021
- Laatste update: 05.01.2023
- Kurt Deman
- 3 min
Het einde van de terugdraaiende teller schudt de energiemarkt grondig dooreen. Niet alleen de verbruikstarieven verschillen sterk van leverancier tot leverancier, maar ook tussen het goedkoopste en duurste injectietarief gaapt een grote kloof. Het gevolg? Voor eigenaars van zonnepanelen en een digitale meter lopen de prijsverschillen op de energiemarkt op tot bijna 64%.
Verbruikstarief en injectietarief
Sinds 1 maart draait de teller van eigenaars van zonnepanelen met een digitale meter niet langer virtueel terug. Voor alle andere prosumenten valt het doek over de terugdraaiende teller ten laatste in 2025. Zij vallen dan ook onherroepelijk onder de nieuwe tariefregeling, die gericht is op een maximaal zelfverbruik. Je betaalt dan voor de energie die je van het net afneemt. De energie die je zonnepanelen opwekken, maar die je niet gelijktijdig afneemt, kunt je dan weer op het stroomnet injecteren. Je energieleverancier beloont je daarvoor met een injectietarief.
Simulatie
We gingen op 7 maart via vergelijkingssite Mijnenergie.be na welk effect de nieuwe tariefregeling op de energiemarkt teweeg brengt. We gingen daarbij uit van de verbruiksgegevens die de Vlaamse energieregulator VREG onlangs in een rapport rond terugleveringscontracten gebruikte.
Bij een gemiddeld jaarverbruik van 3.500 kWh van een klant zonder zonnepanelen bedroeg het goedkoopste jaartarief 726,89 euro, tegenover 990,09 euro voor het duurste aanbod op de markt.
Het verschil: 263,2 euro of 36,21%.
Gaan we bij zonnepanelen en een digitale meter uit van het profiel van een gemiddelde huishoudelijke prosument met een elektriciteitsafname van 2.284 kWh en een elektriciteitsinjectie van 2162 kWh, dan betaal je bij de goedkoopste leverancier 375,40 euro en bij de duurste 586,94 euro.
Het verschil: 211,54 euro of 63,96%.
Bereken hier zelf de uitkomst voor je woning en verbruik.
Hoe komt dit?
Aan verbruikszijde is al langer sprake van een grote kloof tussen het goedkoopste en het duurste contract op de markt. Dat valt onder meer toe te schrijven aan de kortingen waarmee sommige leveranciers nieuwe klanten over de streep trekken.
Nu komen daar ook nog de verschillen aan injectiezijde bij. Waar de ene leverancier 2,75 eurocent per kWh betaalt, voorziet de andere een vergoeding van meer dan 5 eurocent. Door de som van de verschillen aan verbruikszijde en die aan injectiezijde loopt de prijsvork op de energiemarkt bijgevolg nog hoger op.
Totaalbeeld cruciaal
Let wel, de prijs voor elektriciteit die je aankoopt, ligt in principe altijd hoger ligt dan die voor de elektriciteit die je verkoopt. Het effect aan verbruikszijde weegt dus doorgaans zwaarder door dan aan injectiezijde. Wie een gunstig geprijsd terugleveringscontract aanbiedt, komt bovendien niet noodzakelijk met een goedkoop afnamecontract voor de dag. Het komt er voor eigenaars van zonnepanelen en een digitale meter dus steeds op aan van beide factoren in een prijsvergelijking mee te nemen.