Nieuwe tariefregeling voor energie duurder? Hangt af van zelfverbruik

- 28.01.2021
- Laatste update: 05.01.2023
- Kurt Deman
- 5 min
Installaties die onder het nieuwe systeem met injectietarief vallen, werken niet langer met de terugdraaiende teller. Dat betekent concreet dat je betaalt voor alle energie die je verbruikt en dus afneemt van het net. Alle energie die je niet onmiddellijk verbruikt terwijl je produceert, stuur je terug naar het net. Daarvoor ontvang je een vergoeding van de energieleverancier, het zogenaamde injectietarief. We proberen duidelijkheid te scheppen in de prijsverschillen aan de hand van een paar simulaties.
Voor onze simulatie gaan we uit van een Antwerps gezin met een gemiddeld jaarverbruik van 3.500 kWh en vaste energieprijzen. Let op: omdat de nettarieven en het prosumententarief verschillen per regionale netbeheerder, kan het plaatje voor je woning dus wel beperkt afwijken. De energieproductie zetten we voor het gemak van de berekening ook op 3.500 kWh. We baseren ons voor het verbruik op een dagtarief van 8,13 eurocent per kilowattuur en een injectietarief van 4 eurocent per kWh.
Betaal je niet teveel aan je energieleverancier? Vergelijk hier zelf de voordeligste prijzen voor elektriciteit en aardgas aan de hand van je verbruik.
Zo was het tot nu toe: terugdraaiende teller
Als je minder of exact evenveel energie verbruikt dan je zonnepanelen produceren, dan klokt de terugdraaiende teller af op 0 kWh. Dat betekent wel niet dat je ook maar 0 euro betaalt. Je moet immers een vergoeding voor het gebruik van het net neertellen: het zogenoemde forfaitair prosumententarief. Bij een omvormer met een vermogen van 3,5 kW betaal je jaarlijks 277,48 euro. Dat nemen we als uitgangspunt. Let wel, heeft je installatie een vermogen van 4,2 kW, dan loopt het prosumententarief op tot 332,96 euro.
Daarnaast bevatten de netkosten met het ‘tarief databeheer’, tot voor kort beter gekend als ‘meterhuur’, nog een vaste component, goed voor 13,64 euro op jaarbasis. Je moet ook 5,16 euro aan heffingen neertellen. Ten slotte betaal je bij veel leveranciers een abonnement of vaste vergoeding. Daarbij gaan we uit van een doorsneesom van 50 euro.
De Antwerpse prosument die zijn teller tot nu toe met een analoge meter tot 0 kWh liet terugdraaien, betaalt volgens onze simulatie een totaal factuurbedrag van 346,28 euro.
Zo wordt het volgens de nieuwe tariefmethodologie
Wie nu al over zonnepanelen én een digitale meter beschikt, valt meteen onder de nieuwe tariefmethodologie. Voor de zowat 470.000 andere eigenaars van zonnepanelen, gebeurt die overstap één van de volgende jaren, al kunnen zij ook uit eigen beweging voor de nieuwe regeling kiezen. Hoe groot de impact op je factuur wordt, hangt eigenlijk vooral af van je zelfverbruik: de hoeveelheid energie die je verbruikt óp het moment dat je zonnepanelen die opwekken. We blijven in de onderstaande scenario’s (zie ook de tabel) bij de 3.500 kWh die we ook in bovenstaand voorbeeld gebruikten.
(Tekst gaat verder onder de tabel)
Scenario 1: zelfverbruik 30%
Energieleverancier Engie schat het zelfverbruik in België vandaag gemiddeld op 30%. De resterende 70% moeten gezinnen dus van het net afnemen. Als je vandaag 1.050 kWh verbruikt op het moment dat je die opwekt, rest er nog 2.450 kWh die je van het energienet moet afnemen om aan je totale energiebehoefte van 3.500 kWh te voldoen. Die stroom kost je 655,21 euro.
Tegelijk wek je doorheen het jaar ook 2.450 kWh stroom op, die je niet meteen kunt verbruiken en dus terug op het net injecteert. Voor die energieoverschot ontvang je een injectievergoeding van 98 euro. Wanneer we de factoren verbruik en injectie in rekening brengen, betaal je 210,93 euro meer dan dat bij de terugdraaiende teller het geval was.
Scenario 2: zelfverbruik 50%
Als je erin slaagt je energieverbruik iets gerichter af te stemmen op het moment dat je zonnepanelen die opwekken (u kan bvb je wasmachine vooral tijdens zonnige periodes inschakelen), verhoog je het zelfverbruik misschien wel richting 50%. Je neemt nu nog 1.750 kWh van het net af en betaalt daar 487,66 euro voor. Voor de 1.750 kWh die je zelf op het net injecteert ontvang je 70 euro. Je betaalt volgens dat scenario in totaal nog 71,39 euro meer dan dat bij de terugdraaiende teller het geval was.
Scenario 3: zelfverbruik 70%
Als je nóg intensiever inzet op zelfverbruik en erin slaagt 70% van je energie te verbruiken op het moment dat je die opwekt, oogt het totaalbeeld het gunstigst. Je doet dan 68,17 euro voordeel ten opzichte van de terugdraaiende teller. Toegegeven: dit scenario lijkt in ons wisselvallige Belgenlandje wel niet zo evident. Een thuisbatterij maakt dat scenario wel een pak realistischer.
Effect kan sterk verschillen
Onze steekproef bevestigt de stelling van EnergyVille/VITO (een samenwerking tussen de Belgische onderzoekspartners KU Leuven, VITO, imec en UHasselt voor onderzoek naar duurzame energie, red.) en sectorfederatie ODE dat de impact bij een kleinere installatie – in combinatie met de eenmalige compensatiepremie van de Vlaamse regering van maximaal 1.500 euro – beperkt blijft, toch zeker als er in slaagt om je zelfverbruik op te krikken.
Voor onder meer mensen met een warmtepomp oogt het plaatje dan weer minder positief. Zij verbruiken veel energie tijdens de winter, net op dagen dat hun zonnepanelen weinig tot geen stroom produceren. Dat bemoeilijkt uiteraard een hoger zelfverbruik.
Vergelijk voor laagste verbruikstarief en hoogste injectie
De tarieven van de energieleveranciers lopen zowel voor het verbruik als de injectie sterk uiteen. Als je slim vergelijkt via een vergelijkingssite, kan je aan de ene kant wel je kosten afromen en aan de andere kant misschien ook de vergoeding maximaliseren.
Omdat het verbruiks- en injectiecontract bij de meeste energieleveranciers aan elkaar gekoppeld zijn, komt het erop aan de aanbieder te vinden die voor de combinatie van beide factoren voor je de goedkoopste oplossing biedt.